zaterdag 23 juli 2011

Lang leve de cover

Vrij Nederland heeft een dubbeldik zomernummer gemaakt met het thema 'sex'. Altijd goed voor de verkoopcijfers. We hebben de artikelen nog niet gelezen, ze zijn vast boeiend en inhoudelijk, maar wat als eerste opvalt is de cover: Zijn het billen of zijn het borsten? Ik gok op billen, maar het is hoe dan ook een indrukwekkend decolleté om hoogtevrees van te krijgen.
Maar als je nog een keer kijkt springt er nog iets in het oog: de ondertitel 'Lang leve de inhoud' staat opeens in schril contrast met de foto. Inhoud? Welke inhoud? De inhoud van je broek? Of de inhoud van je bloesje? Er valt genoeg inhoudelijks over sex te vertellen, maar bij een zomerspecial over sex denk je nu eenmaal eerder aan uiterlijk dan innerlijk, aan verpakking dan inhoud, en aan de foto dan tekst.
Beter was het geweest de ondertitel eenmalig te veranderen in: 'Lang leve de cover.'

donderdag 16 december 2010

Het gedroogbeleid

Aan het eind van het jaar verschijnen altijd de lijstjes met de nieuwe woorden van 2010. Maar wat worden de nieuwe woorden van 2011? Uw blogger waagt zich aan een voorspelling. Deel 1: Het gedroogbeleid. 

'Wietpas' wordt waarschijnlijk één van de nieuwe woorden van 2010, maar voor volgend jaar voorzie ik de term gedroogbeleid. Maastricht heeft sinds dit jaar een nieuwe burgemeester: Onno Hoes (VVD). Gert Leers (CDA), de vorige burgemeester, is nu minister van Immigratie en Asiel in het kabinet Rutte. Maastricht is een grensgemeente en heeft dus veel last van drugstoerisme. Gert Leers wilde om die reden van het gedoogbeleid af. Na 8 jaar burgemeester van Maastricht te zijn geweest was legalisering van softdrugs volgens hem de enige mogelijke oplossing. Daarmee was hij binnen het CDA ook de enige die dat openlijk voorstond. Onno Hoes wil óók van het gedoogbeleid af: “Het liefst zou ik helemaal geen coffeeshops en helemaal geen gedoogbeleid hebben”, zei Hoes. Als het aan Hoes ligt krijgt Nederland een drooglegging op wiet, zoals de Verenigde Staten in de jaren dertig met alcohol deden. De anarchie en gangsteroorlogen die daar het gevolg van waren is Hoes blijkbaar vergeten. In ieder geval zijn dan de extra politie agenten niet voor niks geweest. Hameren op veiligheid werkt vooral als het eerst onveiliger wordt, zodat je triomfantelijk: “Zie je wel!” kunt roepen. Gelukkig gaat Hoes niet over het Nederlandse gedoogbeleid, dat volgens zijn visie eerder een gedroogbeleid moet worden. Maar zijn mening wordt breed gedeeld bij de partijen met macht. Voorlopig moet in Maastricht de wietpas uitkomst bieden, waarmee alleen Nederlanders in de coffeeshop worden toegelaten. Eigen volk eerst stoned!

maandag 21 december 2009

Minarettenstop

Het is alweer bijna tien jaar geleden dat het woord minarettenstop haar intrede deed in de Nederlandse taal. Sindsdien is er veel gebeurd, maar tot een daadwerkelijke stop op de bouw van minaretten is het in Nederland niet gekomen. Dat is natuurlijk ook ondenkbaar in een land dat is ontstaan uit een 80-jarige oorlog die werd gevochten om de vrijheid van godsdienst te bewerkstelligen. Of niet? Zwitserland kent ook een lange traditie van geloofsvrijheid, maar toch werd daar onlangs met 57,5% van de stemmen een verbod op de bouw van minaretten afgedwongen. De vier (!) minaretten die Zwitserland rijk is zijn blijkbaar zo aanstootgevend dat vijf, zes of tien van deze ranke torens onacceptabel zijn voor een meerderheid van de Zwitsers. In Amsterdam Zuid-Oost staat één enkele moskee die evenveel minaretten telt als heel Zwitserland. Het totale aantal minaretten in Nederland benaderd waarschijnlijk het aantal bergtoppen in Zwitserland. Toch is er niemand hier die iets tegen bergtoppen heeft. Bij minaretten ligt dat anders. Grote kans dat ook hier het volk tegen minaretten zou stemmen. Dus zijn we zo verstandig geen referendum over dit onderwerp te organiseren. Als je bang bent voor een onwenselijk antwoord uit de onderbuik is het beter de vraag niet te stellen.
Het Zwitserse referendum riep veel, voornamelijk negatieve, reacties op. Maar onderbuik of geen onderbuik, het was het besluit van een democratische meerderheid. Het gaat hier om dezelfde democratie die wij, als NAVO-land, ten koste van veel mensenlevens naar Irak en Afghanistan proberen te exporteren. Stel je voor dat het lukt, die democratie in Irak of Afghanistan. Stel je voor dat de Afghanen een referendum organiseren over de vraag of de Taliban aan de regering mogen deelnemen. Of Irakezen die mogen kiezen voor een theocratie geregeerd door Al-Qaeda. En wat als de meerderheid van de Iraniërs nucleaire wapens wil ontwikkelen? Het enige wat we dan kunnen hopen is dat een corrupt regime de uitslag in ons voordeel laat uitpakken. Hier blijkt opeens de beperking van de democratie. Het is niet voor niks dat de Amerikanen (en zij niet alleen) graag zaken doen met dictaturen. Daar kun je tenminste van op aan. Je hoeft niet bang zijn dat de gemaakte afspraken na de volgende verkiezingen opeens zijn weggestemd. In dat licht is het vreemd dat Bush de democratie naar despotische regio's wilde brengen. Lang heeft het plan dan ook niet stand gehouden en met de nieuwe regering van Obama is dit streven helemaal van tafel. Misschien doen de Amerikanen er goed aan om eens her en der wat dictaturen te stichtten. Om te beginnen in Zwitserland.

dinsdag 10 november 2009

Voetballen tegen de muur



De 20-jarige verjaardag van de val van de muur was deze week aanleiding voor een grootscheepse terugblik. De media tuimelden over elkaar heen met analyses en vooruitblikken. Wie verdient er het meeste krediet voor het ten val brengen van de muur? Reagan of Gorbatsjov? De kranten kwamen er niet uit. En wie zag de omwenteling aankomen van november 1989? Niemand. Of toch wel? In 1983 schreef ik een opstel als 11-jarige leerling van de basisschool. We kregen de taak over de toekomst te schrijven. De meeste van mijn klasgenoten schreven over spannende ruimtereizen. Mijn opstel ging over Rusland. Ik schreef dat er een einde aan de Sovjet-Unie zou komen en dat het IJzeren Gordijn zou verdwijnen. Alles werd daarna koek en ei in mijn opstel. Dat laatste is niet helemaal uitgekomen, maar toch is het verbazend dat een in 1983 ondenkbare politieke voorspelling is uitgekomen. Ik was dan ook persoonlijk betrokken bij het onderwerp. Mijn zwager studeerde in communistisch Polen en thuis hoorde ik spannende verhalen over smokkel en spionage. In mijn verbeelding was alles in Oost-Europa van steen, iedereen was er een spion en het was er altijd koud en mistig. Als 16-jarige was ik nog net op tijd om zelf in communistisch Polen te gaan kijken of dat klopte, op bezoek bij mijn zus in Warschau. Wat me het meest is bijgebleven waren de Poolse leeftijdgenoten die op pleintjes voetbalden. 

En dan vooral wat ze daarbij riepen: “Jestem Choellit! Jestem van Basten!” (Ik ben Gullit, ik ben van Basten). Wat nou Gorbatsjov? Wat nou Reagan? Van onderschat belang is de rol van het Nederlands elftal, dat in 1988 in een overtuigende finale van de Sovjet-Unie won en Europees kampioen werd. Daarmee bewees oranje dat het Sovjet systeem verrot was en niet deugde. Op de Polen maakte die wedstrijd misschien nog wel meer indruk dan op de Nederlanders. Voor hun was het een politieke overwinning. En een voorbode van wat komen zou.


Afgelopen zaterdag was ik  in de Stadsschouwburg van Amsterdam waar door de Groene Amsterdammer een debat was georganiseerd ter ere van de verjaardag van de val van de muur. Ex-premier Lubbers was een van de sprekers. Hij deed zijn best zijn rol in de aanloop naar de val van de muur en de hereniging van Duitsland te onderstrepen. Dat die rol desondanks erg bescheiden was bleek wel uit het feit dat hij die avond in de Stadsschouwburg van Amsterdam was en niet in Berlijn. De bijeenkomst gaf mij nieuwe inzichten, riep nieuwe vragen op en vooruit, ik waag me aan een nieuwe voorspelling. Eerst de vragen: Is links de verliezer van de val van de muur? En wie is dan de winnaar? En: Hoe oud ben ik als we in deze zaal zitten om het 20-jarige jubileum te vieren van de val van de Palestijnse muur? Een nieuw inzicht was het volgende: We hebben de euro te danken aan de hereniging van Duitsland. Mitterand ging met Kohl akkoord over de hereniging als de Duitsers de euro zouden accepteren als toekomstig betaalmiddel. De euro als wisselgeld. Die Fransen waren helemaal niet bang voor een sterk Duitsland, maar vooral voor een sterke D-mark. En ik kreeg eindelijk antwoord op een kwestie die me sinds 1986 heeft beziggehouden: Welk land wordt afgebeeld door de vlek op het voorhoofd van Gorbatsjov? De foto die op groot scherm in de stadsschouwburg te zien was toonde mij het antwoord: Het is Thailand.  Tot slot dan nog de voorspelling: Aan de Palestijnse muur komt ook een einde. Maar niet omdat Obama op de muur klimt en roept: “Ich bin ein Palestiner!” Nee, ik zet mijn kaarten op het Nederlands Elftal.

woensdag 28 oktober 2009

Vergangenheitsbewältigung


De Duitsers hebben een prachtig woord waarvoor geen fatsoenlijke Nederlandse vertaling bestaat: Vergangenheitsbewältigung: het verleden onder ogen zien, doorgronden en daarmee leren leven, betekent het. Dat dit een pijnlijk en moeizaam proces is voor de Duitsers begrijpen we, gezien het oorlogsverleden. Toch is het jammer dat dit woord alleen in de Duitse taal bestaat. In Nederland hebben we ook nog behoorlijk wat vergangenheit te bewältigen. De Duitsers durven inmiddels weer zonder gêne in voetbalstadions met hun vlag te zwaaien en zelfs kritiek op de geallieerde bombardementen op Duitse steden is sinds kort mogelijk. Zij zien zichzelf niet meer alleen als daders maar ook als slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Het beeld is daarmee completer geworden, zonder dat dit (vooralsnog) tot een verminderd schuldbesef heeft geleid. In Nederland vindt ditzelfde proces in de omgekeerde richting plaats. Jarenlang zagen wij onszelf slechts als slachtoffers en verzetsstrijders tot de generatie van de jaren zestig kritische vragen ging stellen. Maar sindsdien is het besef dat we ook daders waren nog steeds niet echt doorgedrongen. Om te beginnen kent Nederland maar liefst vier verzetsmusea: in Gouda, Amsterdam, Rotterdam en Leeuwarden. Het verhaal van collaboratie en verraad komt in deze musea slechts zijdelings ter sprake. Ondanks het feit dat we in Nederland wel een Katten- en zelfs een Zouavenmuseum hebben is er nog niemand op het idee gekomen een Collaboratiemuseum te openen. Terwijl er toch een groot en belangrijk verhaal valt te vertellen in een dergelijk museum. De cijfers spreken hier boekdelen, maar je zult je niet tegenkomen in de geschiedenisboekjes van het middelbaar onderwijs: Tijdens de meidagen van 1940 sneuvelden 2.200 Nederlandse dienstplichtigen in de strijd tegen de Duitsers. Aan het oostfront sneuvelden 7.000 Nederlandse vrijwilligers (!) in een SS-uniform. De NSB kende op haar hoogtepunt 100.000 leden (1942) en de Nederlandse SS 22.000.



Daar staan 2.000 gefusilleerde verzetsmensen tegenover en 20.000 Nederlanders die wegens verzetswerk werden gearresteerd. Vraag een willekeurige voorbijganger om deze getallen in te vullen en je komt tot hele andere resultaten. Ons nationale bewustzijn en identiteit zijn gebaseerd op een gebrekkige feitenkennis van ons verleden zo blijkt. Maar in dit geval komt dat doordat de feiten nauwelijks beschikbaar zijn. Het verhaal van Anne Frank kennen we ook maar ten dele. Wie vertelt ons eindelijk dat het niet alleen Nederlanders waren die de familie Frank hebben verborgen, maar dat het ook Nederlanders waren die de familie hebben gearresteerd en dat het ook Nederlanders waren die ze op de trein naar Westerbork hebben gezet? We hebben helemaal geen nieuw Nationaal Museum nodig. Nog een museum wat ons nationale verleden bejubeld zodat we met z’n allen trots op Nederland kunnen zijn, leidt slechts tot belachelijke uitspraken over onze ‘VOC mentaliteit,’ superioriteitsgevoelens en xenofobie. Wat we nodig hebben is een groots opgezet Collaboratiemuseum dat ons met de neus op de ongemakkelijke feiten drukt. Met ooggetuigenverslagen, namen en toenamen. En degene die dat museum feestelijk mag openen is Geert Wilders.

vrijdag 16 oktober 2009

Meldpunt wijsheid

Als het slecht gaat in het land gebeuren er rare dingen. In de krant van vandaag staat dat in Rotterdam een meldpunt cynisme is geopend. Werknemers van de gemeente Rotterdam die een vorm van cynisme bespeuren bij hun collega's kunnen dat daar melden. Als je het nog niet was, zou je er cynisch van worden van zo'n meldpunt. Bovendien wat is er mis met cynisme? Een goed getimede cynisme opmerking is een bron van vreugd en opluchting. Daar kan een werkgever toch niets op tegen hebben?

Weten ze daar in Rotterdam wel wat cynisme is? Zo te horen hebben ze er nog nooit van Diogenes, de Griekse grondlegger van het cynisme gehoord. Deze asceet was in Griekenland zo beroemd dat zelfs Alexander de Grote hem wilde ontmoeten. Toen Alexander hem zei dat hij alles kon krijgen wat hij hebben wilde zei Diogenes: "Als ik alles kan krijgen wat ik wil, wil je dan een stap opzij doen want je staat in mijn zon."


Alexander was onder de indruk van dit wijze antwoord en zei: "Als ik Alexander niet was, zou ik Diogenes willen zijn." Hierop zei Diogenes: "Als ik Diogenes niet was zou ik ook Diogenes willen zijn." Een wijs man die Diogenes, misschien wel wijzer dan Alexander de Grote en de gemeente Rotterdam samen. Zijn dit nou voorbeelden van opmerkingen waar men in Rotterdam niet van gediend is? Of zijn ze soms bang dat de werknemers van de gemeente wellicht wijzer zijn dan zij zelf? Je zou het bijna gaan denken, maar die gedachte zal door hen ook wel als cynisch worden opgevat. In ieder geval doen ze er beter aan eens naar hun personeel te luisteren i.p.v. te proberen ze de mond te snoeren.

Het artikel vertelt vervolgens dat het meldpunt geen plek is om collega's te verklikken en dat 'meldpunt cynisme' daarom misschien een slecht gekozen naam is. Niet vanwege het woord cynisme, maar vanwege het woord meldpunt. Dat had eigenlijk steunpunt moeten zijn. Cynisch personeel is blijkbaar ziek en heeft steun nodig. Een mooie omkering van de feiten. Beter is om het meteen 'Meldpunt wijsheid' te noemen. Dan weten we tenminste waar we het over hebben. En wat dat is wijsheid? Een stapje opzij als je dat wordt gevraagd zodat de zon weer kan schijnen over je personeel.

(Mocht u deze cynische blog willen melden dan kunt u terecht bij meldpuntcynisme@sdr.rotterdam.nl)




Update 16 oktober: Het digitale meldpunt blijkt te werken. Mijn melding was al volgt: "Mijn collega zei laatst iets heel erg cynisch echt erg. Ik weet niet meer hoe die heet en ok niet precies wat die zei, maar het was wel heel erg erg." De reactie staat hier afgedrukt.


vrijdag 25 september 2009

The Picnic that changed Europe

Minder eenheid is meer creativiteit

Deze week vind in Amsterdam het multimediafestival Picnic plaats. Een presentatie van hedendaagse cutting edge creativiteit en innovatie, met sprekers uit binnen- en buitenland. Eergisteren was op de radio een voorproefje te horen. Willem Velthoven, de directeur van Mediamatic en medeorganisator van het festival, verklaarde waarom volgens hem Nederland zo hoog staat aangeschreven als het gaat om innovatie en creativiteit. Het Nederlandse gebrek aan eenheid en hiërarchie zou daarmee te maken hebben. Ideeën worden dus niet van bovenaf gedicteerd, maar komen van onderop, links en rechts, overal vandaan. Onderlinge concurrentie zorgt vervolgens voor een marktwerking waarbij innovatie de manier werd om te overleven. Dat was ongeveer de strekking van zijn verhaal. Ik zou daar nog aan toe kunnen voegen dat Nederland praktisch een moeras was en dat het om te beginnen al creativiteit vereiste om hier een beetje normaal te kunnen wonen. Het betoog van Velthoven deed mij denken aan een les vroegmoderne geschiedenis. In die les werd de vraag gesteld hoe het kan dat het uiteindelijk de Europeanen waren die de wereld overzeilden en koloniseerden, terwijl de Chinezen toch veel verder ontwikkeld waren. Van vrijwel elke willekeurige Europese uitvinding, zoals het kompas, het buskruit en de boekdrukkunst werd al eeuwen eerder in China een prototype ontwikkeld. De 15e eeuwse Chinese schepen waren ongeveer vier keer zo groot als de 17e eeuwse Hollandse schepen.


Waarom liet China het met die grote voorsprong afweten en keken ze toe hoe de Portugezen, Spanjaarden en later Hollanders en Engelsen de wereld onderwierpen? Het antwoord is te vinden in de eenheid van China en de verdeeldheid van Europa. In de hofcultuur van het conservatieve Ming keizerrijk was veel weerstand tegen uitbreiding van het commerciële netwerk. Angst voor vreemde invloeden die de macht van de dynastie zouden kunnen ondermijnen speelde daarbij een rol. Op bevel van de keizer werden daarom de handelsbetrekkingen met Portugezen verbroken en ondernemingen zoals ontdekkingsreizen verboden. De sterke hiërarchie van het keizerrijk zorgde ervoor dat het bevel werd gehoorzaamd en het rijke en superieure China trok zich terug in splendid isolation. Het ging daarna trouwens al snel bergafwaarts met de Ming dynastie. Europa daarentegen was een lappendeken van staten, staatjes en steden die elkaar beconcurreerden op leven en dood. Niemand was er voor lange tijd de baas en de besten kwamen vanzelf bovendrijven. Innovatie, creativiteit en durf was hier een kwestie van survival. De wetten van Darwin heersten er en een gevoel van urgentie. Zie de beschrijving van creatief Nederland aan het begin van dit verhaal. De gelijkenis is opvallend. Nederland is ook een lappendeken zonder eenheid. Wat Europa is voor de wereld is Nederland voor Europa, zo lijkt het. Nederland is in dit opzicht Europeser dan Europa zelf. Misschien ligt hier ook de verklaring dat we in Nederland niets willen weten van EU-regulering. Die zorgt er immers voor dat de Europese lappendeken minder kleurrijk wordt. Meer eenheid betekent minder creativiteit. Dat de Nederlandse creatieve sector zich in Amsterdam concentreert hoeft dus niemand te verbazen. Deze stad is volgens Trouw met 177 nationaliteiten de meest diverse stad ter wereld en dus de vanzelfsprekende gastheer van het Picnic festival. 


Maar pas op, picknicken kan tot eenheid leiden. Precies 20 jaar geleden werd op de grens van Oostenrijk en Hongarije, de Paneuropese Picnic gehouden, ook wel 'the picnic that changed Europe' genoemd. Die zorgde ervoor dat in hetzelfde jaar in november de Berlijnse muur naar beneden kwam. Daarmee kwam een einde aan een verdeeld Europa. Als ze dat toen niet hadden gedaan waren we nu nog véél creatiever geweest.